Skip to content Skip to main navigation Skip to footer

De Trekvaart

Tijdens mijn jeugd in Parrega, jaren ’60 en ’70, speelde de Trekvaart een belangrijke rol.
Je liep er langs om naar school te gaan. We schaatsten er op, we zwommen er in, we visten langs de kant, maakten pijlen van het riet en zochten naar ‘schatten’ langs de waterkant.


Ik moest hier aan denken toen ik onlangs in de Nederlandse media las dat de jeugd niet meer het water in mag duiken vanaf bruggen. Hendrik van der Meulen, onze vroegere brugwachter, zou blij met dit bericht zijn geweest. Hij werd nogal eens kwaad wanneer we zomers van ‘zijn’ brug sprongen.
Vroeger droomde ik nog wel eens dat ik ooit met mijn eigen marineschip Parrega zou binnenvaren. De Marine is wel gelukt, Parrega binnenvaren is er nooit van gekomen. Ook nog wel eens gedroomd dat ik de Elfstedentocht ging schaatsen en dan als eerste door Parrega zou zwieren. Dit was vast en zeker gelukt wanneer ze mij als enige om 5 uur ‘s morgens in Workum hadden laten starten. Ben wat dat betreft nooit een hele echte Fries geweest. Had een hekel aan de kou, kon voor geen meter schaatsen en was te kleurenblind om ooit een kievitsei in het weiland te zien, laat staan te vinden.
Maar die Trekvaart heeft ons toch wel veel plezier gebracht. De straat oversteken en zwemmen, de straat oversteken en vissen. Urenlang zaten we met ons hengeltje aan de waterkant. Tachtig stekelbaarsjes en een dunne paling verder, dachten we een maaltijd bijelkaar te hebben gevist.
Soms visten we met wormen, vaak met brood, geholpen door buurvrouw Siem de Haan, die de poepluiers in de Trekvaart uitspoelde. Later zwommen we daar weer, getverderrie.
Ik herinner me een mooie zomerse morgen. Transistorradiootje op Radio Noordzee, een zak met brood en mijn hengeltje. Nee, geen fiberglas werphengel met glimmende molen. Gewoon nog ouderwets, bamboestok van drie meter, vijf meter snoer en een dobbertje en haak.